Click here for English version
Wij bakken al een tijdje onze eigen vlaai. Voor een fervent broodbakker is het natuurlijk leuk dat het vlaaideeg heel herkenbaar is. Het is namelijk een (verrijkt) brooddeeg. Dus dat voelt vertrouwd. En voor veel mensen is het moeilijk om echt verse Limburgse vlaai te vinden, vooral in het westen van het land. Kortom, alweer een leuk bak-project om je tanden in te zetten.
Wij stellen onszelf bij ieder nieuw project de taak er echt iets goeds van te maken en door te gaan met bakken tot we echt tevreden zijn over het resultaat. In het geval van deze vlaai vormt het maken van een net rasterwerkje zonder vlaairaster nog wel een zekere uitdaging. Maar ook zonder de professionele vlaai-look is dit een topper! Dat verklaart misschien meteen waarom die 10-persoons vlaai maar zo’n kort leven beschoren is, want hij vervangt moeiteloos je boterham bij lunch en ontbijt. Och ja, welbeschouwd is het uiteindelijk ook gewoon ‘brood met jam’…
Ingrediënten voor het deeg
8-10 personen
300 g bloem (wij gebruiken Franse type 55 bloem of gebruik een combinatie van tarwebloem en patentbloem)
18 g verse gist / 6 g instant gist
120 g handwarme melk (+/- 30 C)
20 g suiker
3 g zout
30 g boter, zacht
1 ei
grove suiker of vlaaisuiker voor over het raster
Ingrediënten voor de vulling
700 g pot kersen op lichte siroop (20% suikergehalte, uitlekgewicht 350 g)
70 g suiker
15 g taartina (tapioca zetmeel) of aardappelzetmeel
1 theelepel vanille extract
2 theelepels vers citroensap
Zo maak je de vulling
Combineer het verdikkingsmiddel (taartina of aardappelzetmeel) met de suiker. Op deze manier zul je geen klontjes krijgen als je het toevoegt aan de kersen en het sap.
Doe de inhoud van de pot in een steelpan met dikke bodem. Voeg hieraan de vanille en het citroensap toe. Voeg nu het verdikkingsmiddel / suikermengsel toe. Roer goed door zodat alle suiker en verdikkingsmiddel oplost. In dit stadium is het mengsel nog dof en ondoorzichtig.
Breng het geheel langzaam al roerende aan de kook en zie hoe de vloeistof helder wordt. Laat het mengsel daarna zachtjes 1 minuut doorkoken. Je moet de juiste consistentie zien te krijgen. We zouden het omschrijven als gelatineus maar niet stijf. Laat de vlaaivulling afkoelen terwijl je aan de slag gaat met het deeg.
Zo maak je het vlaaideeg
Gebruik je verse gist, los deze dan eerst op in de lauwe melk. Als je instant gist gebruikt kun je die rechtstreeks aan de bloem toevoegen.
Doe de bloem (met met instant gist) samen met het zout en de suiker in de mengkom van je (staande) mixer voeg daarna de melk (met verse gist) en het ei toe. Wanneer de ingrediënten zich tot een bal beginnen te vormen kun je de zachte boter toevoegen . Kneed gedurende 5 minuten (doe je dit werk met de hand dan duurt het minimaal 8 tot 10 minuten). Doe het deeg in een ingevette kom, dek af en laat 1 uur rusten op een warme plek (24º C tot 27º C is ideaal).
Zo maak je de vlaai
Verwarm de oven voor op 220º C conventionele stand.
Bereid een 28 x 3 cm vlaaivorm of een soortgelijke vorm voor door deze in te vetten met boter of te besproeien met wat olie. Neem het deeg uit de kom en rol het uit tot een mooie cirkel van ongeveer 3 mm dik. Leg in de vlaaivorm, zorg ervoor dat het deeg mooi in de vorm past en laat het overtollige deeg over de rand hangen, snijdt het nog niet af. Dek het deeg af en laat 10 minuten rusten.
Pak een deegroller en rol over de (scherpe) rand van de vorm zodat het overtollige deeg wordt afgesneden, of snijdt het weg met een scherp mes. Voeg de kersenvulling toe en verdeel gelijkmatig over de bodem. Maak een raster met het afgesneden deeg en bekleed hiermee de vlaai. Bestrooi het raster met vlaaisuiker of grove rietsuiker.
Bak gedurende 22 tot 25 minuten in de voorverwarmde oven. Als het bruinen wat te snel gaat kun je de oven na ongeveer 15 minuten temperen naar 180º C. Laat 30 minuten afkoelen in de vorm en til de vlaai dan voorzichtig op met een paletmes of taartschep. Laat verder afkoelen op een rooster. Ook erg goed met een klodder vers geklopte slagroom!